(U kunt de hele uitzending van Buitenhof, met ondertiteling, ook zien op NPO Start. Klik op 'BUITENHOF' om hier naar toe te gaan)
Wat gebeurde er nou in die concertzaal in Utrecht?
‘Er waren tweeduizend man in die zaal. Sommigen zullen religieus zijn geweest, maar de meesten waren waarschijnlijk ongelovig, net als ik. En toch waren we allemaal geraakt, mensen hadden tranen in hun ogen. Het deed me inzien dat onze samenlevingen minder seculier zijn dan we denken. Door die ervaring ben ik begonnen aan het onderzoek voor dit boek. Ik wilde begrijpen waarom die psalmen zo veel indruk maakten op het publiek. Hoe kon deze oude, religieuze taal ons nog steeds zo betoveren, ook mij als ongelovige? En wat betekent dat, troost vinden?’
U bent niet gelovig, maar bent u wel religieus opgevoed?
‘Ik ben opgegroeid in Canada, mijn vader was een Russische vluchteling. Zondags ging ik met hem mee naar zijn Russisch-orthodoxe kerk. Ik begreep de taal niet, maar ik vond het heerlijk om met hem in die kerk te zijn, omdat ik me daar dicht bij hem voelde. Dus ik heb nooit vijandig gestaan tegenover religie. Maar toen ik 18 jaar was, las ik David Humes vernietigende kritiek op religie vanuit filosofisch oogpunt. Dat had een blijvend effect op mij. Dus ik sta onder invloed van twee tradities: de religieuze traditie van mijn vader en de scepsis van Hume. Ze zijn allebei aanwezig in dit boek.’Troost – Als licht in donkere tijden is een verzameling historische portretten van mensen die troost hebben gezocht. Ignatieff bestudeert en beschrijft het werk van schrijvers, kunstenaars en componisten. Van het boek Job, de psalmteksten, het stoïcisme van Cicero, de poëzie van Dante, de schilderijen van El Greco, de essays van Michel de Montaigne, de muziek van Gustav Mahler en de brieven van Václav Havel tot de poëzie van Anna Achmatova en de teksten van Primo Levi.
De selectie is een persoonlijke keuze. Ignatieff benadrukt dat het geen geschiedwerk over troost is. ‘Ik heb de verhalen en figuren gekozen die mij in de afgelopen vijftig jaar hebben gemaakt tot wie ik ben.’ Toen hij aan het boek begon, begrepen zijn vrienden en collega’s niet waarom hij het onderwerp had gekozen. ‘Troost? Waarom troost?’, kreeg hij te horen. Na het uitbreken van de coronacrisis stelde niemand die vraag meer.
Wat maakt troost zo interessant?
‘Iedereen weet: iemand troosten die een naaste heeft verloren, is een van de moeilijkste dingen om te doen, omdat woorden
‘De werken die in dit boek aan bod komen, kunnen ons helpen woorden te vinden voor wat woordenloos is. We kunnen leren van degenen die ik beschrijf en hoop putten uit hun voorbeeld. Een van mijn grootste ontdekkingen tijdens het schrijven is dat we uiteindelijk niet worden getroost en geïnspireerd door doctrines maar door mensen: hun voorbeeld, hun moed, hun heldere verstand en doorzettingskracht. Niet door abstracties als vooruitgang, revolutie, geschiedenis of zieleheil.’
U schrijft: ‘De uitdaging van troost in deze tijd is de tragedie doorstaan, zelfs als we er geen betekenis aan kunnen geven, en in hoop te blijven leven.’ Is het in deze tijd, door de secularisatie, eenzamer dan vroeger voor mensen die iets moeilijks doormaken?
‘Nee, daar ben ik het niet mee eens. Ik denk dat er een soort zelfmedelijden zit in dat verhaal over secularisatie en moderniteit. Want het zegt eigenlijk dat we in die goede oude tijd – toen we nog geloofden, naar de kerk gingen en er een bepaalde sociale orde was – als vanzelfsprekend werden getroost. Ik geloof dat gewoon niet. Ik denk dat rouw, verlies en dood altijd beangstigende en eenzame ervaringen zijn geweest. Dat zie je ook terug in de psalmen: in die eeuwenoude teksten staat precies wat het is om je alleen, berooid en verloren te voelen. ‘Ik ben alleen als een eenzame vogel op het dak.’ Beter kun je het niet zeggen.‘Dus nee, het is nu niet eenzamer dan vroeger. Wie zegt dat deze tijden zo moeilijk en eenzaam zijn voor wie te maken krijgt met dood en verlies, doet aan geschiedvervalsing. Ik zou op geen ander moment in de geschiedenis willen leven. Juist als je naar de geschiedenis kijkt. Denk aan Montaigne, die in 1586 mensen aan de pest zag sterven in de velden. Sommigen groeven zelfs hun eigen graf, omdat ze wisten dat ze toch niets tegen de ziekte konden doen. Ik krijg later vandaag mijn derde prik tegen corona. Give me now, anytime.’
In Troost zegt u dat we de verbinding moeten herstellen met dat wat onze voorouders troost bood.
‘Ja, als iemand sterft die je liefhebt, als je faalt of mislukt, is dat gevoel van eenzaamheid de ergste vorm van wanhoop. Dit boek vertelt: je bent niet alleen. Er staan mensen achter je die de afgelopen tweeduizend jaar precies hetzelfde hebben meegemaakt. Dat maakt het er niet makkelijker op, maar het biedt toch troost.‘Ik denk dat de grondbeginselen van het menselijk bestaan grotendeels onveranderlijk zijn. Dan heb ik het over hoop, verlies, mislukking, dood en inspiratie. Je kunt dus een boek openen dat tweeduizend jaar geleden is geschreven en voelen: deze persoon begrijpt wat ik doormaak. Je kunt naar Toledo gaan – misschien vanaf een ander continent, vanuit een land als Taiwan of Korea – en uren voor een schilderij staan om te bestuderen hoe El Greco het verstrijken van de tijd verbeeldt. Dat dat kan, betekent dat er door de tijd heen wordt gecommuniceerd. Dat is een van de mooiste dingen in het leven. Dat is wat ons bindt.’
Dat je je deel van de mensheid voelt, zoals u schrijft.
‘Ja.’In zijn boek heeft Ignatieff het over ‘verbondenheid met een keten van zingeving waardoor we de stemmen uit het verleden nog kunnen horen’. Hij geeft een mooi voorbeeld over de Romeinse staatsman Boëthius, die in het jaar 524 De consolatione philosophiae (De troost van de filosofie) schreef, in afwachting van de voltrekking van de doodstraf die hem door een barbaarse koning was opgelegd. Bijna achthonderd jaar later las Dante, die was verbannen uit zijn geboortestad Florence, Boëthius’ werk. Dat inspireerde hem tot het schrijven van De goddelijke komedie.
Weer ruim zeshonderd jaar later, zo schrijft Ignatieff, liep in de zomer van 1944 een jonge Italiaanse scheikundige samen met een medegevangene door Auschwitz. Ineens herinnert de Italiaan, Primo Levi genaamd, zich enkele regels van Dante. Zo blijft de ‘taal der vertroosting voortbestaan’, stelt Ignatieff. ‘Van Boëthius tot Dante, van Dante tot Primo Levi, mensen in extreme situaties die zich al meer dan duizend jaar door elkaar laten inspireren.’
De mensen in dit boek hebben soms onvoorstelbaar lijden meegemaakt. Denk aan de Hongaar Miklós Radnóti in het concentratiekamp, of aan Anna Achmatova in de Sovjet-Unie. Hoe was het voor u om deze dramatische levens te beschrijven zonder zelf somber te worden?
‘Nadenken over Achmatova en Radnóti was niet somber makend, omdat die mensen je sprakeloos maken. Ze waren in staat om onsterfelijke werken te schrijven over onuitsprekelijke ervaringen.‘Wat me deprimeert, is iets anders. Dat is de vraag: zijn we hun trouw gebleven? Of zijn de Russen Achmatova vergeten? In Rusland heb je een president die heeft gezegd dat de ineenstorting van de Sovjet-Unie de grootste tragedie van de 20ste eeuw is geweest. Dat zegt hij over een regime dat miljoenen mensen heeft vermoord. Achmatova was een van de weinige heldhaftigen die dat verhaal documenteerden en stond voor de grootsheid van de Russische intellectuele en poëtische traditie. Waar ik me dus zorgen over maak, is haar erfenis.
‘Ik heb vijf jaar in Hongarije gewoond, de joodse Radnóti is de grootste Hongaarse dichter van de 20ste eeuw, maar hij is vermoord door zijn eigen volk. En nu, in 2021, is het antisemitisme in Hongarije nog steeds niet uitgeroeid. Dat is dus het probleem. Niet zij.’
Dit boek biedt niet alleen troost, maar toont ook de rijke Europese cultuur. Moeten we, om de Europese Unie te laten slagen, ons misschien meer richten op de Europese culturele identiteit in plaats van de politiek?
‘Telkens wanneer ik mensen hoor praten over de Europese culturele identiteit of Europese waarden, wordt mijn blik glazig. Dat overkomt me niet bij het lezen van Montaigne of het kijken naar Rembrandts schilderijen. Ik zeg dus: houd het specifiek. Geef me Cervantes, maar praat niet over Spanje. Geef me Rembrandt, maar praat niet over Nederland.‘Ik ben blij dat je het boek ziet als een soort geschiedenis van de Europese cultuur, maar ik aarzel zelf om het zo te noemen, omdat er nog zo veel troostrijke verhalen in ontbreken. En zoals ik al zei: ik houd er niet van de Europese cultuur politiek te gebruiken.’
Waarom niet? Dat is toch wat ons verbindt? Op politiek vlak komen we moeilijk samen, maar op cultureel vlak lukt dat misschien wel.
‘Als we de Europese cultuur willen gebruiken om politiek tot elkaar te komen, stuiten we op een probleem: de Europese cultuur ligt besloten in de talen die de cultuur hebben gecreëerd. Cees Nooteboom, een geweldige schrijver, is een Nederlandse schrijver.‘Cultuur brengt je terug op het Europese probleem. Dat wil zeggen: de EU is een experiment om een politiek-economische unie te creëren met mensen van wie de culturen radicaal verschillend zijn. Omdat ze opgesloten zitten in talen en tradities. Er zijn dingen over de Nederlandse cultuur en taal die ik nooit zal weten en die voor jou volkomen vanzelfsprekend zijn. Dat moet worden gerespecteerd. Hoe zorgvuldiger, respectvoller en bewonderender naar de Europese cultuur wordt gekeken, des te specifieker die wordt.’
Hoe bedoelt u?
‘Als ik rondloop in Leiden denk ik bij mezelf: nergens anders ter wereld bestaat er zo’n plek, het is helemaal Nederlands. Het is geen Venetië. Het is wat het is. En datzelfde geldt als ik in Toledo of Ravenna ben. Het mooie van Europa is dat alles wat het aan cultuur heeft voorgebracht, geworteld is in een specifieke, eigen traditie.‘Daarmee wil ik niet zeggen dat je als Nederlander Cervantes nooit helemaal zult begrijpen. Onzin, we hebben geweldige vertalers die dat voor ons mogelijk maken. Maar ik houd van de specificiteit van Europa. Een van de dingen die ik zo mooi vind aan Nederland is dat Rotterdam niet hetzelfde is als Amsterdam, dat je het noorden en het zuiden hebt, protestant en katholiek. Precies dát is Europa.’
Is er dan nog hoop voor de Europese Unie?
‘O, ik weet het niet. Ik denk dat dat een geopolitieke kwestie is. Het oorspronkelijke motief voor de EU was, begin jaren vijftig, om oorlog tussen Frankrijk en Duitsland te voorkomen. Dat is boven ieders verwachtingen gelukt. Fantastisch. Een van de beste nieuwsberichten van de hele 20ste eeuw. Oorlog op het continent is nu ondenkbaar. Ik denk dat de EU als markteconomie de 21ste eeuw zal overleven. Maar het zal overleven als een unie van staten. Mark Rutte zal de macht niet afstaan aan Brussel, net zomin als Viktor Orbán dat zal doen.‘Er zijn prachtige culturele initiatieven die ons bij elkaar brengen. Maar als we het over de Europese cultuur hebben, laten we dan begrijpen wat er specifiek aan is. Dit continent heeft ontstellend veel cultuur voortgebracht, op een verbazingwekkend hoog niveau. En al die culturele uitingen zijn volkomen specifiek, ontstaan op specifieke plaatsen, in specifieke tijden en een specifieke context.’
Bronnen: De Volkskrant, Buitenhof, Buma e.a.