ODOORN: Geen dienstDe Laatste Zondag - Een verhaal bij zondag 23 november.....
De kerk rook zoals altijd naar kaarsvet en oud hout, maar vandaag hing er iets anders in de lucht—een stille spanning, alsof iedereen zijn adem inhield. De laatste zondag van het kerkelijk jaar had altijd iets plechtigs, maar dit jaar voelde het zwaarder. Dit jaar stond jouw naam op het lijstje dat vooraan op de lessenaar lag.
Ik schoof langzaam de bank uit, mijn vingers strijkend over de gladde zitting, alsof ik houvast zocht in iets dat al eeuwenlang dezelfde mensen had gedragen. De organist speelde zacht, nauwelijks hoorbaar, als een fluistering onder de stemmen door. Kaarsen flakkerden bij de doopvont, en bovenaan het altaar hing het grote kruis, dat vandaag zwaarder leek dan ooit.
Toen de ouderling naar voren liep met het papier waarop alle namen stonden, voelde ik mijn hart bonzen. De mensen rondom me schoven een beetje dichterbij, een bijna onzichtbaar gebaar van troost. De predikant sprak over licht dat sterker is dan duisternis, over eindigheid en toch ook over hoop. Maar ik hoorde het maar half. Mijn gedachten waren bij jou.
Het was vreemd hoe scherp sommige herinneringen waren, alsof ze pas gisteren waren gebeurd. De ochtend dat je nog slaperig aan een kop koffie nipte. De manier waarop je lachte met je hele gezicht—ogen die de wereld leken te omarmen. De avonden dat we samen oude fotoalbums doorbladerden en jij verhalen vertelde die je allang niet meer zou moeten weten, maar toch nog precies kende.
En toen kwam de ziekte. Eerst als een fluistering, daarna als een storm die niet meer te stoppen was.
Ik voelde hoe mijn keel werd dichtgedrukt door iets zwaars en warms. Het licht van de kaarsen danste in de ramen. Ik dacht aan de laatste keer dat ik je hand vasthield. Hoe ze koud werd, maar nog steeds vertrouwd aanvoelde. Hoe ik zachtjes tegen je sprak, bang dat de stilte je te snel zou meenemen.
“Vandaag,” zei de predikant, “noemen we hun namen in het licht van God. Niet omdat we hen vasthouden, maar omdat God hen vasthoudt.”
Mijn handen trilden.
Toen de lijst begon, werd het ineens heel stil in de kerk. Alsof zelfs het oude hout zijn adem inhield. Naam na naam werd uitgesproken. Elk gevolgd door het aansteken van een kaars. En bij elke naam zag ik mensen knikken, schouders die bewogen, een traan die niet langer kon worden tegengehouden.
En toen kwam jouw naam.
Het klonk bijna te zacht, alsof de predikant wist dat het anders te hard zou aankomen. Een naam die ik al duizend keer had uitgesproken, maar die vandaag anders klonk—alsof hij een nieuwe plek had gekregen in de wereld. De koster liep naar voren en stak een kaars aan bij jouw naam. Een klein vlammetje, trillend, maar aanwezig.
Een kaars. Zo klein. En toch stond het daar voor een heel leven.
Ineens voelde ik geen verdriet dat me naar beneden trok, maar een zachte druk, alsof iemand mijn schouder raakte. Alsof jij het was. Alsof die kleine vlam zei: ik ben er nog wel, maar anders. Ik sloot mijn ogen en liet de warmte van dat moment even toe.
Nadat alle namen waren genoemd, klonk er een lied. Een lied dat we vroeger samen zongen, soms vals, soms hard, maar altijd met plezier. Nu zong ik zacht, mijn stem brekend op de woorden. De melodie vulde de hele kerk met iets dat ik niet anders kon omschrijven dan troost—broos, maar echt.
Tijdens het gebed keek ik naar de rij kaarsen vooraan. Een lint van licht, één vlam voor elke naam. En ik dacht aan hoe jij altijd zei dat licht nooit achteruit beweegt. Dat het altijd naar voren gaat, naar waar het iets kan aanraken of verwarmen.
Misschien was dat zo.
Aan het einde van de dienst liepen mensen naar voren om hun kaarsjes van dichtbij te zien. Sommigen raakten zachtjes het houten randje van de standaard aan, anderen bleven op een afstand staan. Ik liep langzaam mee. Toen ik voor jouw kaars stond, voelde ik de warmte op mijn gezicht. Niet veel, heel subtiel. Maar voelbaar.
Ik fluisterde iets—niet eens een echte zin. Gewoon woorden die op dat moment bij me opkwamen. Bedankt. Ik mis je. Ik vergeet je niet. Misschien had je het niet kunnen horen, zelfs niet als je er nog was, maar toch voelde het goed.
Toen ik terugliep naar mijn bank, merkte ik dat de knoop in mijn buik wat losser zat. Verdriet was er nog steeds, natuurlijk. Dat blijft. Maar ergens tussen de kaarsen, de muziek en de stilte door was er ook iets anders gekomen: ruimte. Een plek waar jouw herinnering niet meer alleen pijn deed, maar ook licht gaf.
Buiten, op het kerkplein, waaide een zachte wind. De lucht was grijs, maar niet dreigend. Het soort dag waarop de wereld even stil lijkt te staan. Ik bleef een moment staan, mijn jas nog open, de koude lucht op mijn wangen.
En ik wist: volgend jaar, op de laatste zondag van het kerkelijk jaar, zal jouw naam misschien niet meer hardop worden genoemd. Maar hij zal niet vergeten zijn. Niet door mij. Niet door de mensen die jou hebben gekend. En zeker niet door de liefde die je hebt achtergelaten.
Want sommige lichten doven niet. Ze veranderen alleen van vorm.

Column Bas Ragas: Waarom we ons vaker moeten uitspreken als christen
Bas Ragas vindt dat we ons in de huidige wereld vaker bekend moeten maken als christen en kenbaar moeten maken waar we voor staan.

De wereld lijkt op haar kop te staan en iedereen vecht om zijn eigen gelijk: ‘Ben jij niet voor mij? Dan ben je tegen mij!’ Mensen en partijen met een andere politieke kleur zijn geen gesprekspartners meer maar opponenten en vijanden. De koude-oorlog-wereld van goed en fout ligt niet meer buiten onze grenzen, nee, de hele wereld is ‘onze’ wereld geworden en we moeten overal een mening over hebben. Overal zie ik schreeuwende groeperingen of politici die beweren christelijk te zijn om in dezelfde adem alle asielzoekers voor criminelen uit te maken. Hoe zat het ook alweer toen Jezus het had over de mensen die door onze maatschappij aan de kant zijn geschoven? In Matteüs 11:28 staat het zo: ‘Kom naar mij, jullie die uitgeput zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven.’
Succesvol?
Het wij/zij-denken is blijkbaar een succesvolle route, want veel politieke partijen en andere religieuze stromingen maken er gebruik van. Terwijl we het uiteindelijk op deze wereld toch met elkaar moeten rooien lijkt me. Samen in gesprek gaan, luisteren naar elkaar, elkaar proberen te begrijpen in wat we nodig hebben om zelf een waardevol leven te kunnen leiden maar ook in relatie tot elkaar. Daar is tijd, rust, aandacht en een open mindset voor nodig.
Minder negatief
Ondertussen is er ook een hernieuwde interesse in de Bijbel, de verkopen laten de afgelopen jaren een flinke stijgende lijn zien. Het succes van mijn boek Jezus, waarom? dat ik samen met dominee Ad van Nieuwpoort schreef, volgt die trend ook. Ik merk dat collega’s uit de veelal seculiere wereld waarin ik werk ook veel minder negatief staan tegenover ‘het geloof’ dan een jaar of tien geleden. Ik krijg vragen hoe ik mijn geloof ervaar en belijd in plaats van de cynische grappen uit het verleden: ‘Geloof je ook in kaboutertjes dan?’ We lijken een beetje verlost te zijn van de bedrukkende en dogmatische deken waar ons prachtige opstandingsverhaal onder geleden heeft.
Onder druk
Toch staat ook onze geloofswereld onder stevige druk. Ik las onlangs dat de Hogeschool in Utrecht de christelijke feestdagen uit de agenda schrapt. Kerst, Pasen, Hemelvaart worden omgedoopt tot ‘feestdag’, want ‘het is niet inclusief’. Ik zou zeggen: voeg een andere feestdag toe aan de agenda als je het idee hebt dat mensen zich niet in de agenda herkennen. Maar hou op met het egaliseren van onze wortels. De tijd dat we onze christelijke cultuur en gedachtegoed moeten weggummen om andersdenkenden niet te veel tegen de schenen te schoppen is wel voorbij.
Compassie en medemenselijkheid
En tegelijkertijd geeft dat mij een ambivalent gevoel, want de kracht van de boodschap van Christus is toch vooral ‘sterk door nuance en menselijkheid’. Maar we leven in een tijd waar de grootste schreeuwers eerder hun gelijk krijgen dan de gematigde meerderheid. En dus vind ik dat we ons vaker bekend moeten maken als christen en kenbaar moeten maken waar we voor staan. Wij staan juist sterk door genuanceerd te zijn.
Niet met een belerend of bekerend vingertje – ik geloof niet dat we daar iets mee opschieten. Maar wel door op te staan in discussies, en de kracht en noodzaak van compassie en menselijkheid te benoemen. Wees niet bang en spreek je uit!
Voor meer info over theater en lezingen: weesnietbang.nl. En verder met dank aan www.petrus/protestantsekerk.nl
Bas Ragas komt naar Emmen met de muzikale leesvoorstelling ‘Wees niet bang’. Op woensdag 26 november om 19.30 uur in de Opgang. Kaarten zijn nu al te bestellen via [email protected].
Geloven is niet zeker weten, maar
hopen en vertrouwen
Waarom ben ik hier? Heb ik een opdracht in dit leven? Is er überhaupt zoiets als de zin van het bestaan? Vragen die iedereen zichzelf weleens stelt. Als Protestantse Kerk van Emmen herkennen we deze vragen. Graag gaan we samen met u en jou de zoektocht aan naar mogelijke antwoorden. Dat kan individueel, maar ook met anderen, in de gemeenschap van de kerk en daarbuiten. Op plekken waar je stilte kunt vinden, of daar waar veel mensen samenkomen. Zingend, biddend, hopend, op zoek naar iets dat we ‘zielsgeluk’ noemen. Je hoeft geen lid van de kerk te zijn om elkaar te kunnen ontmoeten. Niet alleen op zondag, maar ook door-de-weeks. Je bent altijd welkom. Op de sites van de vijf Protestantse kerken in Emmen en Odoorn vind je een keur van activiteiten waar je aan mee kunt doen en mogelijkheden om met ons in contact te komen.
De gelovigen van de Emmense kerken zijn lang niet allemaal supergelovigen. De meesten geloven en twijfelen tegelijkertijd. Omdat het leven soms zo anders voelt dan de ervaring binnen het kerkgebouw. Omdat de woorden buiten soms zo anders zijn dan in een dienst. De mensen die zich betrokken voelen, proberen zich aan elkaar op te trekken, aan de vieringen, soms aan het kerkgebouw en aan het ervaren van God. Zo proberen wij te leven, zo proberen wij te geloven.

Waarom we de dood moeten herwaarderen. Een boeiend gesprek met Manu Keirse en Stefan Paas.
Hij trekt volle zalen in Nederland en België door te praten over… de dood. Wij zijn als samenleving geneigd de dood weg te stoppen - misschien jij ook wel - maar dat is volgens hem helemaal niet nodig. Sterker nog: “We moeten de dood herwaarderen, als onderdeel van het leven.”
Dat zegt Manu Keirse, psycholoog en rouwdeskundige, van wie wereldwijd meer dan 200.000 boeken zijn verkocht. Al van jongs af aan ziet hij de dood van dichtbij en verdiept hij zich in het diepste lijden – en toch is hij een opgewekt en vrolijk mens.
Openingstijden:
Di. t/m Do. 09.00-12.00 uur
Ma & Vrij- is het Kerkelijk Bureau gesloten.
Hoenderkamp 14
7812 VZ
Emmen